Bored (with life)

Het is pijnlijk om toe te geven, maar ik verveel mij. Als 29-jarige meid hoort dat natuurlijk niet. Ik word verondersteld in de fleur van mijn leven te zitten. Plezier te maken. Te genieten. Maar in plaats daarvan verveel ik mij. Veel heb ik natuurlijk aan mezelf te danken. Heb er zelf voor gezorgd dat mijn aantal vrienden op één hand zijn te tellen en dan liefst van al spreek ik zo weinig mogelijk men hen af. Het kost me altijd zo veel energie. Ervoor, tijdens en zeker erna. Alles is fijn, in mijn hoofd, maar in het echt kost het me te veel moeite. Ik weet niet of ze dat begrijpen.

En dus kies ik voor het gemakkelijke. Gewoon thuiszitten. Wachten tot de avond valt en dan gaan slapen. Gelukkig heb ik altijd een lange treinrit voor de boeg, zodat ik toch niet te vroeg thuiskom van het werk. Ik eet, kijk wat tv, speel wat cello en kruip dan mijn bed in.

En zo gaat dat maar door. Tot ik vakantie heb. Daar kijk ik altijd zo ontzettend naar uit. Ik heb dan grootste plannen. In mijn hoofd weliswaar, want dan ineens overvalt het mij. Zeeën van tijd en niets zinnigs om te doen. Tot mijn verlof ineens voorbij is gevlogen. En ik moest nog dat, dat, dat en dat doen! Maar ik had geen tijd. Juist ja.

En dan kijk ik maar uit naar de volgende vakantie. En dan herhaalt zich alles gewoon opnieuw.

Een saai leven, dat heb ik. Maar daar kies ik uiteindelijk zelf voor. Mijn citytrips, ja die heb ik wel. Maar eerlijk is eerlijk. Daar komt zoveel stress bij kijken dat ik serieus aan het overwegen ben om het niet meer te doen. Het kost niet alleen stukken van mensen, maar er komt ook super veel werk aan te pas. Al die vergelijkingen, die voorbereidingen,… En dan spreek ik nog niet over de stress ter plaatsen omdat ik misschien niet alles ga gezien krijgen wat ik wou.

En wanneer ik mijn facebook open doe en de wereld afsurf, dan lijkt mijn leven pas echt saai. Geen huis. Geen kinderen. Geen vriend. Geen uitgaansfoto’s. Niets. Het is precies één grote zwarte vlek. Onnozel ben ik niet. Ik weet dat alleen de mooie dingen op facebook worden geplaatst. Maar ik heb totaal niets. Niets. Weet je hoe weinig dat is? Ik moet mijn facebook vullen met leuke youtubefilmpjes. Hier en daar krijg ik een like van een verdwaalde bezoeker. In ben er bijna zeker van dat ze nog niet eens gekeken hebben. Zucht.

Ik bedoel maar. Ik verveel me. Het is zaterdagavond. Een normale mens doet nu iets interessant. Ze staan op een festival. Doen een BBQ’tje of zitten op café. Ik doe niets. Ik speel wat met roller coasters in een gedateerd spelletje en wacht tot de klok 10 uur slaat. Dan kruip ik mijn bed in waar ik nog even de andere wereld op instagram bekijk. Uiteindelijk val ik in slaap en hoop ik zo lang mogelijk te kunnen blijven liggen. Want morgen is er al weer een dag die ik moet overwinnen.

Ik verveel me!

What’s wrong with me?

Wandelvakantie

Ik liep er verschillende winkels voor af, maar besloot uiteindelijk mijn nieuwe Teva- wandelschoenen bij Zalando te bestellen. En ze zijn goed op tijd toegekomen want morgen vertrek ik immers al op vakantie! Deze keer geen citytrip of zon-vakantie, maar alweer een uitwaai vakantie. Niet meer in België, maar in Frankrijk. De Baai van de Somme om iets precieser te zijn.

Ik heb er wel zin in, maar ik heb het voornamelijk écht nodig. Eens weg te zijn van de echte wereld. Fysiek dan, want geestelijk ontvlucht ik de echte wereld al genoeg met mijn blog.

Ik hoop heerlijke foto’s te maken met mijn splinternieuwe camera en inspiratie op te doen (op alle gebied: blog, muziek, fotografie,…) Zowieso heb ik al nieuwe blogposten in mijn hoofd, maar ik speel ook met het idee om mijn blog nog wat persoonlijker te maken.

We zien wel.

Eerst: vakantie !

Wandelschoenen_smallP.S Wat zijn jullie (vakantie)-plannen?

Godin van het ongeboren kind

De tranen rollen over mijn gezicht wanneer ik voor de 2 keer deze maand een geboortekaartje in de bus ontvang. Niet van blijdschap maar van verdriet. Ik zal immers nooit mama worden. Dat is iets wat weinig mensen weten, maar het is zo. Het is moeilijk. Geboortebezoeken sla ik bijgevolg ook vriendelijk af. Geld storten doe ik wel, maar meestal pas weken erna. Want die geboortekaartjes verdwijnen zo snel mogelijk uit mijn gezichtsveld. Ik wil er niet aan herinnerd worden, maar het het is verdomd moeilijk om er niet elke keer aan herinnerd te worden. Overal zie je kinderen. Elke dag. Maar kleine kinderen, dat is nog het moeilijkst van al. Het kindje dat naast ons woont, dat ondertussen de mooie leeftijd van 2 jaar heeft bereikt, komt geregeld over de haag piepen. “Alimonia”, roept hij dan schattig. Mijn hart breekt elke keer en ik kan nog net mijn tranen bedwingen. “Pakken pakken”, roept hij dan. Dat doe ik dan terwijl ik met hem in onze tuin wandel. Daar hebben we enkele pluche diertjes verstopt die hij dan graag wilt komen bezoeken.

Ik smelt elke keer ik hem zie. Onlangs lag hij nog in mijn armen terwijl ik hem eens de papfles mocht geven. Vandaag loopt hij vrolijk rond in onze tuin. Morgen komt hij waarschijnlijk zijn Sinterklaarbrief opzeggen en overmorgen toont hij zijn vriendin.

Al heel mijn leven schreeuw ik van de daken dat ik geen moeder wil worden. Dat is een leugen. Ik kan geen mama worden. Dat is iets helemaal anders. We zijn geprogrammeerd om mama te worden. Elke vrouw komt op één of andere manier zijn moederinstinct tegen, daar ben ik vast van overtuigd.

Ik kom het de laatste tijd vaak tegen. En dat is moeilijk. Ik heb al vele tranen gelaten in de trein, op de bus,…telkens een kind mij lieflijk aankijkt. Alsof ze zien wat mijn probleem. Alsof ze mij willen troosten. Maar dat kunnen ze niet. Ze kunnen mij enkel doen lachen en eventjes mijn zorgen doen vergeten. Niemand begrijpt mijn verdriet en ik kan er al zeker met niemand over praten.

Mijn mama heeft ondertussen ook begrepen dat ze nooit oma zal worden. Ik zal er niet voor zorgen en mijn broer al evenmin. Die heeft het de druk met de wereldreiziger uit te hangen in plaats van zich te settelen voor een gezin. Ik zie haar verdriet in haar ogen en dat doet mij pijn.

Maar ik troost mij met de gedachte dat ik online Alimonia ben, de godin van het ongeboren kind. Geen toeval dat ik voor deze naam koos.

Celloverdriet

Gisteren gaf ik nog een celloconcert voor 200 mensen, vandaag ben ik gevallen met mijn cello en is hij onherstelbaar. Hoe euforie en verdriet toch zo dicht bij elkaar kunnen liggen. Maar het had allemaal erger kunnen zijn. Voor hetzelfde geld was ik op mijn hoofd gevallen en kon ik dit nu allemaal niet meer typen. Mijn cello heeft mijn val geremd en zo mijn leven gered. En daar zal ik hem eeuwig dankbaar voor zijn. Gisteren schitterde we nog samen, vandaag zijn we bruusk uit elkaar gerukt. Ik wist dat het moment van afscheid ooit ging komen, maar dat het zo abrupt moest verlopen, doet wel pijn. De zoektocht naar een eigen cello is nu definitief van start gegaan

Verdriet en hoop hebben nog nooit zo dicht bij elkaar gelegen. En wat het nog pijnlijker maakt, was dat ik met mijn nieuwe camera (die morgen arriveert !) een eerste foto van mijn cello wou maken.

Het heeft niet mogen zijn !

6 jaar – overzicht

Vanaag de dag bestaat mijn blog reeds 6 jaar ! Eventjes tijd voor zelfreflexie. Mijn allereerste post werd op 31 januari 2009 op blogspot geplaatst. Niet veel later werd mijn blog op wordpress een feit. Eind 2011 besloot ik alleen nog via wordpress te werken. Ik had ondertussen meer volgers bij elkaar gesprokkeld dan die 2 jaar bij blogspot.

Mijn narcistisch kantje heeft de laatste jaren de bovenhand genomen. Wat heb ik mij toch geamuseerd met mijn zelfportretten. Niet enkel voor, maar vooral tijdens en achteraf een fotoshoot heb ik heerlijke momenten beleefd met mezelf en mijn camera.

Even een terugblik op de afgelopen jaren.

2008

 

 2009

Alimonia blog grijs

 

 

 

 

2010

2011

 2012

 2013

2014

Terug uit vakantie

Ik ben terug ! Ik weet het. Jullie hebben nog niet de kans gekregen om mij effectief te missen, maar bon. Ik ben redelijk spaarzaam met mijn vakantiedagen want binnen een kleine maand staat mijn valies al weer klaar ! Het is me de vakantie wel geweest. Zieke reisgenoot , bijna gemiste vlieger voor de terugreis, het verhaal van de gevonden GSM van een Griek en dat proberen uit te leggen aan een familielid, bijna gevallen van een rots,…

Bon. Vele verhalen, vele avonturen en héél veel foto’s waar u hieronder er enkele al van kan bewonderen.

206_small 819_small 595_smallIk ben op 2 foto’s te vinden. Vindt u mij?

Zelfreflexie

Toen ik Alimonia zo’n 5 jaar geleden creëerde, was ik een normale jonge vrouw. Een tikkeltje gefrustreerd om net afgestudeerd te zijn in de tijden van de bankencrisis. Maar voor de rest niets abnormaals. Ik had wel zeeën van tijd waar ik in die tijd geen blijf mee wist. En dus begon ik maar een blog. Dat ik ‘talent’ had om te schrijven, had ik nooit gedacht. Tot dan had ik – buiten vele gedichten – nooit geschreven. Maar vrij snel wist ik wat ik wou. Teksten gecombineerd met foto’s. Met de tijd (en reacties) groeide mijn zelfververtrouwen. Mijn teksten gingen dieper en mijn foto’s opener. Ik schoof als het ware het doek omhoog. Iedereen kon rechtstreeks op het podium én in de coulissen kijken. De korrels die ik destijds op het podium gooiden, bleven netjes liggen voor de volgende show. Op een gegeven moment lagen er zoveel korrels dat de vloer niet meer zichtbaar was. Maar ik bleef doorgaan en weigerde grote schoonmaak te houden. Mijn personage, dat louter in het leven was geroepen als tijdverdrijf, werd steeds meer belangrijk. Ik veranderde stilaan in haar. Ik ademde zoals Alimonia. Ik was haar op een gegeven moment. Hoewel ik in die periode vrij diep zat (misschien nog wel dieper dan ik hier schreef), werd ik nog meer tot haar aangetrokken. Ik maakte de put steeds dieper en dieper zonder het enigszins zelf te beseffen. In die tijd had ik afstand van haar moeten nemen, maar op dat moment zag ik geen andere oplossing. Ze hield van mij en ik van haar. We waren een onoverwinnelijk duo. Ook al duwde ze mij nog meer in de put. Ik kon niet zonder haar. Ik had haar nodig. Of daar overtuigde ik mezelf toch van. Tot een goede vriend van mij zijn bezorgdheid voor mij uitte. “Je bent veel te diep aan het gaan. Het lijkt me niet meer gezond” opperde hij. Uiteindelijk besloot ik op zijn advies naar de dokter te gaan.

Door meer afstand te nemen van mijn personage op dokters- en vriendenraad, geraakte ik stilaan uit het diepe dal. Ik overschreed uiteindelijk de lijn van creativiteit. Ineens voelde ik mij weer ‘normaal’. De diepe gevoelens (ook al waren ze negatief) verdwenen als sneeuw voor de zon. “Waar zijn mijn donkere gedachten?”, vroeg ik mij steeds af. Tot op heden is me dat nog steeds een raadsel.

Vandaag de dag voel ik mij erg goed in mijn vel. Ik loop redelijk gelukkig door het leven. Het is vreemd om dat toe te geven, maar het is wel de waarheid. Vaak hunker ik nog naar die donkere periode. De creatieve tijd. Zo bekijk ik het graag. Al is dat natuurlijk flauwekul. Creativiteit verliest men niet zo gauw. Soms kriebelt het om de lijn van echte creativiteit in het diepe dal weer te vinden. Maar misschien ligt ze nu dieper dan voorheen? Wil ik mijn “echte” leven daarvoor op het spel zetten? Zijn mijn gevoelens voor de creatieve ziel dieper dan de gevoelens voor mijn echte leven? Gaat het over creativiteit of hunker ik gewoon naar de “zwarte periode”?

Voorlopig heb ik hier geen antwoorden op.

Foto’s Malaga/Granada – Deel II

Foto’s Malaga/Granada – Deel I

Als jullie nog een leuke vakantiebestemming zoeken dan kan ik Malaga zeker en vast aanraden. Malaga is een leuke stad. Gezellig en niet zo commercieel als Barcelona. Ik hield van de sfeer die vergelijkbaar is met Valencia. Héél veel is er eerlijk gezegd niet te doen of te zien, maar toch kan je je tijd nuttig spenderen. Bezoek de kathedraal, beklim het kasteel Van Gibralfaro, verdwaal in de Botanische tuin, geniet van het strand met de fiets (!),… Doe een uitstap naar de omliggende steden zoals Granada, Sevilla,… Ik kan het iedereen aanraden. Ik heb een heerlijke tijd gehad.

Geniet van de foto’s !

Ik denk er trouwens aan om een site te beginnen met deftige standswandelingen…. Dus mocht je vragen/tips hebben. Stel ze gerust ! Ik ken Malaga als mijn broekzak…

Foto’s Wenen – DEEL I

Wedstrijd

Ik had hem jullie al even beloofd, maar vandaag is het een feit. Aangezien Alimonia 5 jaar bestaat, wil ik jullie bedanken voor de afgelopen jaren. Zonder jullie was deze blog nooit geweest wat hij nu is. Ik ben trots op mijn blog. En ik geniet nog elke dag van jullie commentaren, mailtjes, likes,…

Wat valt er te winnen?

 – 5 foto’s (met de mooiste zelfportretten) met persoonlijke boodschap

IMAG2470– 2 quote-boekjes

IMAG2472 IMAG2473– 1 vrolijk popje.

IMAG2475
Wat moet je hiervoor doen? Zo orgineel mogelijk zijn om Alimonia te eren. Een boodschap in de metro, een spanddoek boven de E40, een grappig bericht op facebook, een liefdesbrief naar mij,… Laat je fantasie de vrije loop maar overdrijf niet ! Ik wil mezelf niet in de krant of op tv zien verschijnen 😉

Deel je creaties en mail ze mij door: blog.alimonia@gmail.com

De leukste, mooiste, origineelste,… zullen beloond worden. Vergeet ook niet je voorkeur van prijs te vermelden.

De wedstrijd loopt tot 31/03/2014.

Heel veel succes allemaal.

5 jaar

Bij het typen van mijn allereerste blogpost had ik dit nooit kunnen denken. Maar vandaag is het een feit. Alimonia bestaat vandaag de dag exact 5 jaar !

Ik begon mijn blog omdat ik een overschot aan tijd en frustratie had. Die periode was ik ongeduldig omdat ik maar geen werk vond (ik was nota bene maar 1 maand werkloos).

Eenmaal een job gevonden, begonnen er andere dingen de kop op te steken. Zo was er ene knappe jongen met wit hemd die mijn leven op zijn kop zette, mijn liefde voor cello die ik terug vond en terug verloor, mijn innerlijke strijd die soms uit de hand liep en de ontdekking van het plezier van fotografie en citytrips.

Op die 5 jaar ben ik gegroeid als personage, als mens, als vrouw, én als artieste.

Ik heb mensen leren kennen, vrienden gemaakt maar ook terug verloren. Heb mezelf meer leren kennen. Leren appreciëren en bij momenten zelfs rust gevonden. Maar dat was zeker niet altijd van toepassing. Op verschillende momenten heb ik op het punt gestaan mijn blog op te doeken. Foto’s waar ik uren werk in gestoken had, werden soms op enkele luttige seconden afgekraakt. Blogpost werden soms met een te serieuze bril gelezen waardoor ik de volgende dag mij aan een gevulde mailbox kon verwachten. Mij steeds verantwoorden. Dat werd ik op bepaalde momenten gewoon beu. Ik vond geen plezier meer in mijn blog. Op verschillende ogenblikken heb ik mij zelfs teruggetrokken. Maar na een tijd begon het weer te kriebelen. Hoewel ik het na al die jaren nog steeds moeilijk met kritiek heb, leer ik het naast me neer te leggen. Het is mijn blog !

Ik heb mijn hart op tijd en stond laten spreken en mijn ogen soms geopend maar vooral geluisterd naar mijn lichaam wat niet altijd zo evident was.

Als ik terugkijk op de afgelopen 5 jaar ben ik trots. Heb een paar parels van blogposten geschreven, enkele mooie foto’s genomen en mij vooral erg geamuseerd.

Hoewel Alimonia ‘maar’ een personage is, ben ik er de laatste jaren wel meer mee vergroeid geraakt. Op sommige momenten ben ik gewoon Alimonia. Op andere momenten verlang ik enkel om een beetje meer Alimonia te kunnen zijn. Het is zo mooi dat jullie mij die kans hebben gegeven. En jullie liefde voor Alimonia neem ik maar al te graag in ontvangst.

Ik bedank jullie allen voor de afgelopen 5 jaar.

Binnenkort organiseer ik een win-actie. Kom zeker binnen enkele dagen terug een kijkje nemen !

Verslag van Boedapest

Doorheen het kleine vliegtuigraampje had ik het al gezien, maar toen ik effectief door de regen ploeterde met mijn sandaaltjes was het een feit. Het regende in Boedapest! Mijn plan werd als de bliksem gewijzigd. Ik besloot rechtstreeks naar het hotel (een boot btw) te gaan en me op mijn gemak daar te installeren. Dat liep allemaal volgens een leien dakje, alleen had ik op een gegeven moment zowel fysiek als geestelijk het vriespunt bereikt. En dus besloot ik direct van de warmwaterbronnen te profiteren. Badhuis Kiraly koos ik. Met de hulp van de plaatselijke vriendelijke (kuch) bevolking, arriveerde ik er uiteindelijk.

De weg naar de cabines werd mij getoond. Ik kleedde mij uit, liet mijn spullen achter en sloot de deur. Een Hongaarse man gesticuleerde nog vanalles, maar ik maakte mij geen zorgen. Ik had mijn bikini aan en er hing een koordje met een nummer van mijn kleedhokje aan mijn pols.

Op de tast (en geur) arriveerde ik in het heilige (of was het nu heilzame) water. In één woord: ‘zalig’. Al vrij snel wendde ik aan alles en gedroeg ik mij zoals de locals. Moeilijk is het niet mits een kleine moeite van observering. Elk voordeel heeft zo zijn nadeel en al vrij snel werd ik aangesproken door één van hen. Veel begreep ik er niet van (laten we zeggen: niets), maar ik had natuurlijk niet kunnen denken dat deze man een prof was. English Business. “You see we have some things in common. So let us meet tomorrow”, was zijn eerste verleidingspoging. Ik liet hem aan zijn lot over en besloot mijn zinnen te verzetten in de jacuzzi. En ja, ook daar werd ik niet met rust gelaten. Je moet weten dat dit badhuis nog maar sinds 2 jaar ook vrouwen toelaat. Dus die mannen hebben (buiten de boekskes en vieze video’s) geen vrouw gezien. Zo lijkt het alleszins toch. En dus voelde ik ineens handen en tenen op mijn lichaam. Bon. Ik was even snel eruit als in de jacuzzi. Ik besloot dat ik genoeg had kunnen ontspannen en ging naar mijn cabin. Nuja. Dewelke wist ik niet meer maar het nummer hing aan mijn pols. Alee dat dacht ik toch. Tot ik rondkeek en geen kleedhokje terugvond met dat nummer. Maar ineens kwam als  redder in nood, een man op mij af. “Which cabin?”, vroeg hij mij. “This number”, zei ik trots terwijl ik het nummer aan mijn pols liet zien. “Ah no no no”, ze hij. “Which number?”, en wees naar de nummers boven de deur. Die getallen vielen mij nu pas op. “I don’t know” antwoordde ik eerlijk. “No number is no clothes” en hij vertrok. Veel keus had ik niet meer en besloot mijn geheugen en orientatievermogen aan te spreken. De man kwam terug. “You know number now?”. “Maybe this”, antwoordde ik hem terwijl ik de schouders ophaalde. “No no. Not maybe!” repliceerde hij. Na lang aandringen, opende hij de cabin. En ja hoor. Ik had mij vergist. En zo bleef het nog een tijdje aan de gang tot hij het moe werd (mocht er 3 kiezen) en hij zei dat ik maar moest wachten tot iedereen het bad verlaten had en enkel mijn cabin zou overblijven! Ik bleef geduldig wachten, maar jaagde mij toch op. Want door deze onnozele regel zou ik mijn avondeten missen. Soit. Om 21.05 stond ik aangekleed terug buiten. Damn it.

Parlement_klein
Zicht op het Parlement vanaf de Burchtheuvel

De volgende dag zou het super mooi weer worden en daar besloot ik wijselijk gebruik van te maken. Ik bezocht de meeste hoogtepunten van Boedapest op 1 dag zodat ik de rest van mijn vakantie optimaal gebruik kon maken van de thermale baden. Ik beklom (vergeleken met de andere toeristen een uitzondering !) de Gellertheuvel, genoot van het uitzicht en daalde weer af om daarna weer te stijgen op de burchtheuvel om het Vissersbastion te bewonderen. Mooi ja, maar jammer van al die toeristen die mijn foto’s verpest hebben. Ik liet mij verdwalen in de straatjes en besloot de Mathiaskerk te bezoeken.

Vissersbastion_klein
Vissersbastion

De dag was nog niet om en besloot nog het centrum in te trekken om daar te bezoeken wat de moeite zou zijn volgens de toeristenboekjes. Buiten de ontzettend vele werken die er op dat moment plaatsvonden, kan ik mij er nog maar weinig van herinneren. Werken. Overal! En geen oversteekplaatsen maar ondergrondse tunnels waar als je inkruipt nooit weet waar je uit zult komen.  Ik weet niet als het water ondertussen mijn hersenen had aangetast of dat het lag aan mijn slechte kaart, maar ik liep zowaar verloren in het centrum (!) van Boedapest.

Boedaburcht_werken_klein
Boedaburcht

Bij zoveel miserie besloot ik dan maar dat ik de volgende dag plaats zou maken voor ontspanning. Ik passeerde langs de opera, het stadspark en arriveerde ineens bij Széchenyi (thermaal bad deels in openlucht). Daar verbleef ik enkele uren, maar mij echt ontspannen kon ik daar niet. Veel te veel volk ! En praktisch allemaal toeristen. Toen ik ineens ook doorhad dat ik mij in het zak had laten zetten, kon ik mij al helemaal niet meer ontspannen. Ik zocht mijn spullen bijeen en puntte uit. Dit systeem was moderner en dus had ik schrik. Want ik had de maximale tijd van 3 uur overschreden. Maar mijn angst was niet nodig geweest. Ik passeerde zonder enig probleem de poortjes die zich spontaan voor mij opende.

Széchenyibad_klein
Széchenyibad

Omdat het parlement het (naar mijn inziens) mooiste gebouw is dat Boedapest bezit, besloot ik het dan ook maar te bezoeken. Door”omstandigheden” duurde de rondleiding minder lang als normaal en kregen we uitleg over hetgene wat we normaal wel zouden te zien krijgen, maar door omstandigheden nu dus niet. Frustrerend. We kregen wel veel goud te zien. En 2 soldaten die de kroonjuwelen 24 op 24u in het oog hielden. En we roken het lekkere eten. Maar ook dat was niet voor ons.

Parlement_klein
Parlement

Een beetje teleurgesteld besloot ik dan maar naar de plaatselijke ferrari shop te gaan. Daar mocht ik niet binnen. Dan maar de Nationale bank. En daar ontmoette ik de meest vriendelijke vrouw van heel Boedapest. Met heel haar hart en ziel (want Engels kon ze niet) leidde ze mij rond. Samen maakte we ons eigen bankbiljet. Een eeuwige herinnering aan dat moment.

Ferrari_klein
Ferrari Budapest

Bij een van de laatste dagen besloot ik de Budapest Chairlift te gebruiken. Aangezien ik een heel klein beetje hoogtevrees heb en wiegelende mensen (zoals het reuzerad) verafschuw, legde ik dit uit aan de eigenaar. Hij had begrip en zorgde ervoor dat ik alleen op de chairlift zou zitten ! Ik dacht dat hij een grapje maakte, maar al vrij snel bleek dat hij bloedserieus was. Ik moest wachten tot iedereen eraf was en liet mij dan pas opstappen. Achter mij moesten de mensen wachten. Ik glunderde op dat moment. Eenmaal bovengekomen werd ik op een mooi uitzicht beloond. Ik genoot !

Chairlift_klein
Chairlift – Libegő

Bij mijn voorlaatste dag, en nog steeds cadeauloos, besloot ik deze keer met de metro naar het grote winkelcentrum te gaan. Mijn voeten hadden al genoeg – zelfs met voldoende pauzes – afgezien. Ik kocht een ticket en nam plaats. Bij het uitstappen, bleek er controle te zijn. Ik maakte mij niet te veel zorgen. Ik had immers een geldig ticket in handen en ben de Belgische controles, die op niet veel slaan, gewend. Maar België is Boedapest blijkbaar niet. Buiten de hoofdletter hebben ze niets gemeen. En dat bleek ook uit de hardhandige controle. Blijkbaar had ik een ongeldig ticket in mijn bezit en zou mij dat 7000 HUF kosten. Ik maakte mij boos want waar ik was opgestapt hadden de controleurs niets gezegd! Daarnaast zag ik mijn laatste kans om de tweede grootste synagoge ter wereld te zien, drastisch dalen. De controleurs waren agressief. Ik zou nooit nooit van mijn leven zwartrijden. En nu ineens behandelde ze mij als een misdadiger. Veel keus had ik niet. Weglopen of betalen. Ik weigerde beiden en dus zei hij dat de politie zou komen. Geen probleem, zei ik. Laat ze maar komen. Then 16.000 HUF zei de blaskaak. Maakt me niet uit, dacht ik bij mezelf. Wil eens weten of de politie zo zot is om daarvoor te komen. Zeker nu dat ze elk manneke konden gebruiken om de president te beschermen die momenteel in het land was.

Na 10 minuten was er nog geen politie te zien en was de synagoge ondertussen gesloten. “Komt die klote politie nog”, vroeg ik hem? “Jaja”, zei hij nors. Na enkele minuten vervoegde een andere man ons gezellig groepje. “Creditcard?”, probeerde hij opnieuw. “No”, zei ik. “No creditcard. And i don’t have that money with me”. “Paspoort?”, vroeg hij vervolgens. “Here”, zei ik vrij nors. Ze noteerde mijn naam en kaartnummer en gaven mij 20 minuten om op zoek te gaan naar 7000 HUF. Anders “trouble trouble”, riep hij mij na. Natuurlijk ging ik niet meer terug. Heb wel even met de schrik gezeten bij de douane, maar eens ik dat gepasseerd was, kon mij niets meer beletten. Vanuit het raam hoog boven in de lucht zwaaide ik nog één keer heel enthousiast naar Boedapest.

Geef Boedapest nog 5 jaar en dan wilt iedereen naar daar! Maar voorlopig raad ik maar één ding aan: blijf daar weg !

Budapest_klein
Alimonia in Boedapest

Zwemmen

Aangezien ik echt 0.0 aan sport doe – buiten de dagelijkse set van 10′ buikspieroefeningen – en ik mij de laatste maanden fel voel achteruitgaan, besloot ik op een avond te gaan zwemmen. Vorig jaar, in Mallorca, ontdekte ik immers mijn zwemkriebel.

En zogezegd, zo gedaan. Ik zocht mijn zwemgerief, maakte mij bikini-klaar en vertrok naar het plaatselijke zwembad. Bij aankomst dampte mijn bril direct aan waardoor ik de in koeien groot geschreven tekst over trage en snelle zwemmers niet gezien had. Ik was al blij dat ik mijn kleedhokje vond ! Bij afgifte van mijn kleren, vroeg ik nogmaals de richting van het zwembad. “Dat kan je niet missen” riepen ze mij toe, terwijl ze de juiste richting aanwezen.

Ik klom het zwembad in en begon te zwemmen. Tussen de anderen die in thermische pakken, zwembril en bijhorende zwemmuts zwommen. Ze gingen sneller, ja. Maar bon ik had al meer dan 15 jaar geen zwembad meer gezien.

Op een gegeven moment grommelde een vrouw iets van trage zwemmer. Ik dacht dat ze mij niet moest en zwom op mijn gemak verder. Een minuut later werd ik aangesproken door een vriendelijke man. Op een rustige normale manier legde hij mij het principe van trage en snelle zwemmers uit. Diezelfde vriendelijke man complimenteerde mij de volgende keer op mijn bikini. Dus ik weet niet of hij echt vriendelijk was of gewoon contact met mij zocht.

Soit. Ondertussen had ik de weg naar de baan van trage zwemmers gevonden. Dat ik geen conditie had, werd duidelijk als ik naar de (mega grote) klok keek. Een kwartier was er nog maar verstreken ! Aangezien ik niet betaald had voor een kwartier zwemmen, besloot ik verder te zwemmen. Vlinderslag, gecombineerd met af en toe crowslag. Het lukte mij allemaal maar had het toch vrij moeilijk. Niet alleen kreeg ik ontzettend last van mijn medeburen – moeten jullie nu expres zo spetteren? – maar ook van de chloor. Ik werd er gewoon misselijk van. Als dat nog niet genoeg was, kreeg ik fel te verduren met krampen. En toch zette ik door. Ik wou niet onderdoen voor de rest. Als bijna iedereen vertrokken was (sluitingsuur), besloot ik dan ook maar te stoppen. Met moeite (ik overdrijf niet) kroop ik het zwembad uit. Keek of mijn bikini nog goed zat en wandelde richting de douches.

Ik drukte een willekeurige knop in en nog voor een klein lief meisje er mij attent op kon maken – neeeee mevrouw dat is kou…-, spoot het koude water op mijn lichaam.

Gvdm. Ik haaste mij snel naar de kleedkamers, merkte dat ik geen droog ondergoed bijhad en fietde ondergoedloos met nat haar naar huis.

Sport? Ok. Maar in dat zwembad zien ze mij niet meer terug !

Goed

De mensen die mijn blog al enige tijd volgen, zullen het waarschijnlijk al wel opgemerkt hebben. Ik blog de laatste tijd niet zo veel meer. En daar heb ik maar één reden voor: ik voel me goed. En dat kan je naar Alimonia-termen vertalen als: “zeer goed”.

En dat is zeer vreemd ! Want de afgelopen 4 jaar heb ik enkel maar pijn, verdriet, boosheid & jaloezie gekend. Er was geen plaats voor een ander gevoel. Dit had ik nooit durven dromen. Tot voor kort zat ik in het diepste dal van heel mijn leven. Nooit had ik zo diep als toen gezeten. Ik bespaar u de details, maar zonder medicatie was ik er nooit uitgeraakt. Ik voelde mij erg eenzaam en zag geen lichtje in het donkere bos. Hoewel ik voor geen geld van de wereld deze periode opnieuw zou willen ervaren, heb ik er toch veel uit geleerd. Het is een cliché, maar op die momenten ontdek je echt op wie je kan rekenen. Ik kreeg nog de meeste steun van onbekenden dan van mijn eigen vrienden. Ik heb echt zwarte sneeuw gezien, maar die tijd ligt nu achter mij. Zo blijkt toch.

Sinds ik een aantal maanden geleden gestopt ben met medicatie, voel ik mij elke dag beter. In het begin kon ik dit moeilijk accepteren en dacht ik dat dit kwam doordat ik mij in een soort roes bevond. Ik was enorm bang voor de terugslag. Dat ik ineens de realiteit onder ogen zou zien en mij nog slechter als ervoor zou voelen. Maar dat is blijkbaar het geval niet en ik voel mij al maanden erg goed.

Dat ik mij goed in mijn vel voel, komt niet enkel mijn uiterlijk ten goede, maar ook mijn persoonlijke groei. Heb de afgelopen maanden dingen gedaan waar ik nooit had van kunnen dromen. Kocht voor € 8 een trein-ticket naar Parijs, flipte een ganse week omdat ik geen hotel vond en vertrok de week erop alsof ik nooit niets anders had gedaan ! En eenmaal terug thuis was ik zo verdomd fier op mezelf.

Maar ik blijf echter wel realistisch. De berg is nog helemaal niet beklommen. Integendeel. Ik sta nu helemaal gepakt en gezakt voor de berg. En ik kan nog alle kanten uit. Of ik keer terug naar mijn vertrouwd dorp of probeer aan de trektocht te beginnen. We zullen wel zien. Bang ben ik wel. Want als mij “klaarmaken voor de trektocht” al zoveel energie en moed vergde, wat dan met de eigenlijke reis? Ach. Dat zijn zorgen voor later, denk ik dan. Misschien kom ik andere trekkers tegen die de reis met mij willen verder zetten. Of verzeil ik in leuke hotels waar ik terug mijn energie-peil kan opladen. Of misschien geraak ik teleurgesteld tijdens de tocht en daal ik weer af. Eén ding is zeker: met bangheid geraak je nergens.

Het goed voelen heeft natuurlijk wel een serieuze keerzijde van de medaille. Mijn creativiteit staat op een erg laag pitje. Maanden geleden zou ik alles gedaan hebben om mij terug slecht te doen voelen. Want mijn creativiteit is alles voor mij. Maar daar wil ik deze keer niet aan toegeven. Ik kan op dit moment echter niet geloven dat al mijn creativiteit zomaar weg is. Het moet ergens naar toe zijn, toch? Ik zoek alleen nog een manier om het te kunnen uiten. Dat zal uiteindelijk ook wel komen.

En mocht het niet zo zijn, dan geniet ik voorlopig gewoon verder van dit heerlijk gevoel. Want wat er afgelopen maanden is gebeurd, pakt niemand mij nog af !

Vakantie

Ik ben net terug van een weldoende vakantie. Koos uiteindelijk voor het land dat mijn geld het meeste nodig zou hebben: crisis-land Spanje. Maar eerlijk gezegd was er van de crisis niet veel te merken. Spanjaarden gaan gewoon de god ganse dag op restaurant. ’s morgens eten wij – in sommige gevallen zelfgemaakt – brood, maar zij nuttigen dan verse koeken, toast, koffie, versgeperst fruitsap,….  in de plaatselijke bakkerij. En terwijl wij idiote belgen ’s middags en ’s avonds ons eigen eten klaar moeten maken, zitten de Spanjaarden lekker te smullen in de verscheidene tapasbars.

Ook voor één of andere heilige stoet zijn ze niet vies om € 4 (!) te betalen voor een stoel. Goed beseffende dat de stoet -ik overdrijf niet- niet meer dan 8 minuten duurde. De toeristen bleven lekker staan, maar de Spanjaarden zaten gewoonweg overal.

Soit. Uiteindelijk hebben de Spanjaarden mij met hun hand op het hart verteld dat ze wel degelijk in crisis zijn, maar dat ik dat niet op die paar dagen kon zien. Ik zal het maar geloven zekers? Ik heb welgeteld 2 daklozen gezien en al de rest zat lekker zich vol te steken in de plaatselijke restaurantjes. Dus zo erg zal het nu ook weer niet zijn, zekers?

Crisis? Laat me niet lachen !

Maar het moet gezegd worden. Nergens anders zo vriendelijk onthaald geweest als daar. Ze kunnen dan misschien geen woord Engels, ze proberen je met handen, voeten en indien nodig oren je dingen duidelijk te maken. Het lag misschien aan mijn oogverblindende glimlach, het feit dat ik er een beetje Spaans uitzag of dat ze gewoon geld uit mij wouden slaan in deze crisis-tijd. I don’t know.

In de museums – die dan trouwens gratis te bezoeken waren – werkten er dan weer voldoende bewakers om elk schilderij apart te beschermen. Bij elke stap die ik deed, volgde één van de bewakers mij. Alsof ik zo’n lelijke grote schilderijen zou gaan stelen? Ik krijg mijn kleren al amper in mijn bagage, laat staat zo’n schilderij !

Uiteindelijk bleef ik net lang genoeg in Spanje zodat de plaatselijke supermarkt mij herkende, de bakkerij mijn vaste eetgewoonten uit het hoofd kende en ik continu aangesproken werd in het Spaans (omdat ik dus al dat lekker bruin kleurtje had *kuch kuch*).

De vakantie is erg goed meegevallen. Heb eindelijk eens kunnen genieten. Meestal hol, ren en spring ik van hier naar daar. Maar daar heb ik deze keer een stokje voor gestoken. “Deze keer ga ik eens echt doen waar ik zin in heb”, had ik mij steevast opgelegd. En dat heeft wonderbaarlijk gewerkt.

Eén van de komende dagen zullen de foto’s online komen.  De foto’s zijn deze keer genomen met een simpele compactcamera. Had geen zin om mijn “zwaar” en “duur” toestel mee te sleuren.

Voor ik het nog vergeet. De Spanjaarden vonden mij zo tof en leuk en weet ik veel nog wat dat ze maar direct besloten hebben om een plein naar mij te noemen. Blijkbaar hebben ze wel een paar letters door elkaar gehaald, maar bon. I forgive them.

Alimonia

Het gesprek

“Excuseer”, zei hij terwijl hij op mijn schouder tikte. “Ben jij niet Alimonia?”, vroeg hij. “Wablieft”, antwoordde ik terwijl ik zeer verbaasd keek. “Alimonia? repliceerde hij. “Wat zegt u?” probeerde ik nog een keer. “Ja je bent het !”, zei hij. Ik kon mijn glimlach niet onderdrukken en dat was genoeg om hem bevestiging te geven. “Miljaar, wat doe jij hier?”, vroeg hij mij. “Neem je altijd deze trein?”. Ik schudde mijn hoofd. “Dat is jammer !”. Zonder mijn goedkeuring, zette hij zich bij mij. “Je bent nog knapper in het echt”, zei hij. Ondertussen hielden de mensen rondom ons, ons netjes in de gaten. Ik hoorde ze al denken. “Die 2 hebben een date. Op de trein dan nog wel !”. “Bedankt”, fluisterde ik.

We bleven aan de praat en dat was – ik geef het niet graag toe – gezellig. “En dan nu de vraag die zich ondertussen iedereen al afvraagt op je blog”, zei hij. Ik keek hem met 2 grote ogen aan. “En dat is?”, vroeg ik verbaasd. “Heb je nu iemand?”. Ik antwoordde niet. Keek hem nog steeds met grote ogen aan alsof hij chinees tegen mij sprak. “Awel? Hoe zit dat nu?”, bleef hij aandringen. Ik hefte mijn schouders op.

“Ik hoef het niet te weten” zuchtte hij. “Je hebt alles. Je bent knap. Je hebt humor. Je bent intelligent en daarbovenop ben je mysterieus! I love it !”, zei hij al blozend. “Heb je eigenlijk negatieve eigenschappen”, vroeg hij. “Wat ben je niet?”, probeerde hij nog een keer.

“Eerlijk” zei ik hem terwijl ik mijn spullen bijeen zocht en de trein verliet.