Ik kreeg vandaag een geweldig idee door de site van Evelien te bezoeken. Altijd in de zon zitten en niets doen, dat verveelt. Dus pakte ik mijn camera, met zoomlens en amuseerde mij buiten met dit leuk idee.
Ideaal weer en die spetters deden enorm deugd.
Zo zie je maar dat ik ook andere dingen dan zelfportretten kan nemen.
Doorheen het kleine vliegtuigraampje had ik het al gezien, maar toen ik effectief door de regen ploeterde met mijn sandaaltjes was het een feit. Het regende in Boedapest! Mijn plan werd als de bliksem gewijzigd. Ik besloot rechtstreeks naar het hotel (een boot btw) te gaan en me op mijn gemak daar te installeren. Dat liep allemaal volgens een leien dakje, alleen had ik op een gegeven moment zowel fysiek als geestelijk het vriespunt bereikt. En dus besloot ik direct van de warmwaterbronnen te profiteren. Badhuis Kiraly koos ik. Met de hulp van de plaatselijke vriendelijke (kuch) bevolking, arriveerde ik er uiteindelijk.
De weg naar de cabines werd mij getoond. Ik kleedde mij uit, liet mijn spullen achter en sloot de deur. Een Hongaarse man gesticuleerde nog vanalles, maar ik maakte mij geen zorgen. Ik had mijn bikini aan en er hing een koordje met een nummer van mijn kleedhokje aan mijn pols.
Op de tast (en geur) arriveerde ik in het heilige (of was het nu heilzame) water. In één woord: ‘zalig’. Al vrij snel wendde ik aan alles en gedroeg ik mij zoals de locals. Moeilijk is het niet mits een kleine moeite van observering. Elk voordeel heeft zo zijn nadeel en al vrij snel werd ik aangesproken door één van hen. Veel begreep ik er niet van (laten we zeggen: niets), maar ik had natuurlijk niet kunnen denken dat deze man een prof was. English Business. “You see we have some things in common. So let us meet tomorrow”, was zijn eerste verleidingspoging. Ik liet hem aan zijn lot over en besloot mijn zinnen te verzetten in de jacuzzi. En ja, ook daar werd ik niet met rust gelaten. Je moet weten dat dit badhuis nog maar sinds 2 jaar ook vrouwen toelaat. Dus die mannen hebben (buiten de boekskes en vieze video’s) geen vrouw gezien. Zo lijkt het alleszins toch. En dus voelde ik ineens handen en tenen op mijn lichaam. Bon. Ik was even snel eruit als in de jacuzzi. Ik besloot dat ik genoeg had kunnen ontspannen en ging naar mijn cabin. Nuja. Dewelke wist ik niet meer maar het nummer hing aan mijn pols. Alee dat dacht ik toch. Tot ik rondkeek en geen kleedhokje terugvond met dat nummer. Maar ineens kwam als redder in nood, een man op mij af. “Which cabin?”, vroeg hij mij. “This number”, zei ik trots terwijl ik het nummer aan mijn pols liet zien. “Ah no no no”, ze hij. “Which number?”, en wees naar de nummers boven de deur. Die getallen vielen mij nu pas op. “I don’t know” antwoordde ik eerlijk. “No number is no clothes” en hij vertrok. Veel keus had ik niet meer en besloot mijn geheugen en orientatievermogen aan te spreken. De man kwam terug. “You know number now?”. “Maybe this”, antwoordde ik hem terwijl ik de schouders ophaalde. “No no. Not maybe!” repliceerde hij. Na lang aandringen, opende hij de cabin. En ja hoor. Ik had mij vergist. En zo bleef het nog een tijdje aan de gang tot hij het moe werd (mocht er 3 kiezen) en hij zei dat ik maar moest wachten tot iedereen het bad verlaten had en enkel mijn cabin zou overblijven! Ik bleef geduldig wachten, maar jaagde mij toch op. Want door deze onnozele regel zou ik mijn avondeten missen. Soit. Om 21.05 stond ik aangekleed terug buiten. Damn it.
Zicht op het Parlement vanaf de Burchtheuvel
De volgende dag zou het super mooi weer worden en daar besloot ik wijselijk gebruik van te maken. Ik bezocht de meeste hoogtepunten van Boedapest op 1 dag zodat ik de rest van mijn vakantie optimaal gebruik kon maken van de thermale baden. Ik beklom (vergeleken met de andere toeristen een uitzondering !) de Gellertheuvel, genoot van het uitzicht en daalde weer af om daarna weer te stijgen op de burchtheuvel om het Vissersbastion te bewonderen. Mooi ja, maar jammer van al die toeristen die mijn foto’s verpest hebben. Ik liet mij verdwalen in de straatjes en besloot de Mathiaskerk te bezoeken.
Vissersbastion
De dag was nog niet om en besloot nog het centrum in te trekken om daar te bezoeken wat de moeite zou zijn volgens de toeristenboekjes. Buiten de ontzettend vele werken die er op dat moment plaatsvonden, kan ik mij er nog maar weinig van herinneren. Werken. Overal! En geen oversteekplaatsen maar ondergrondse tunnels waar als je inkruipt nooit weet waar je uit zult komen. Ik weet niet als het water ondertussen mijn hersenen had aangetast of dat het lag aan mijn slechte kaart, maar ik liep zowaar verloren in het centrum (!) van Boedapest.
Boedaburcht
Bij zoveel miserie besloot ik dan maar dat ik de volgende dag plaats zou maken voor ontspanning. Ik passeerde langs de opera, het stadspark en arriveerde ineens bij Széchenyi (thermaal bad deels in openlucht). Daar verbleef ik enkele uren, maar mij echt ontspannen kon ik daar niet. Veel te veel volk ! En praktisch allemaal toeristen. Toen ik ineens ook doorhad dat ik mij in het zak had laten zetten, kon ik mij al helemaal niet meer ontspannen. Ik zocht mijn spullen bijeen en puntte uit. Dit systeem was moderner en dus had ik schrik. Want ik had de maximale tijd van 3 uur overschreden. Maar mijn angst was niet nodig geweest. Ik passeerde zonder enig probleem de poortjes die zich spontaan voor mij opende.
Széchenyibad
Omdat het parlement het (naar mijn inziens) mooiste gebouw is dat Boedapest bezit, besloot ik het dan ook maar te bezoeken. Door”omstandigheden” duurde de rondleiding minder lang als normaal en kregen we uitleg over hetgene wat we normaal wel zouden te zien krijgen, maar door omstandigheden nu dus niet. Frustrerend. We kregen wel veel goud te zien. En 2 soldaten die de kroonjuwelen 24 op 24u in het oog hielden. En we roken het lekkere eten. Maar ook dat was niet voor ons.
Parlement
Een beetje teleurgesteld besloot ik dan maar naar de plaatselijke ferrari shop te gaan. Daar mocht ik niet binnen. Dan maar de Nationale bank. En daar ontmoette ik de meest vriendelijke vrouw van heel Boedapest. Met heel haar hart en ziel (want Engels kon ze niet) leidde ze mij rond. Samen maakte we ons eigen bankbiljet. Een eeuwige herinnering aan dat moment.
Ferrari Budapest
Bij een van de laatste dagen besloot ik de Budapest Chairlift te gebruiken. Aangezien ik een heel klein beetje hoogtevrees heb en wiegelende mensen (zoals het reuzerad) verafschuw, legde ik dit uit aan de eigenaar. Hij had begrip en zorgde ervoor dat ik alleen op de chairlift zou zitten ! Ik dacht dat hij een grapje maakte, maar al vrij snel bleek dat hij bloedserieus was. Ik moest wachten tot iedereen eraf was en liet mij dan pas opstappen. Achter mij moesten de mensen wachten. Ik glunderde op dat moment. Eenmaal bovengekomen werd ik op een mooi uitzicht beloond. Ik genoot !
Chairlift – Libegő
Bij mijn voorlaatste dag, en nog steeds cadeauloos, besloot ik deze keer met de metro naar het grote winkelcentrum te gaan. Mijn voeten hadden al genoeg – zelfs met voldoende pauzes – afgezien. Ik kocht een ticket en nam plaats. Bij het uitstappen, bleek er controle te zijn. Ik maakte mij niet te veel zorgen. Ik had immers een geldig ticket in handen en ben de Belgische controles, die op niet veel slaan, gewend. Maar België is Boedapest blijkbaar niet. Buiten de hoofdletter hebben ze niets gemeen. En dat bleek ook uit de hardhandige controle. Blijkbaar had ik een ongeldig ticket in mijn bezit en zou mij dat 7000 HUF kosten. Ik maakte mij boos want waar ik was opgestapt hadden de controleurs niets gezegd! Daarnaast zag ik mijn laatste kans om de tweede grootste synagoge ter wereld te zien, drastisch dalen. De controleurs waren agressief. Ik zou nooit nooit van mijn leven zwartrijden. En nu ineens behandelde ze mij als een misdadiger. Veel keus had ik niet. Weglopen of betalen. Ik weigerde beiden en dus zei hij dat de politie zou komen. Geen probleem, zei ik. Laat ze maar komen. Then 16.000 HUF zei de blaskaak. Maakt me niet uit, dacht ik bij mezelf. Wil eens weten of de politie zo zot is om daarvoor te komen. Zeker nu dat ze elk manneke konden gebruiken om de president te beschermen die momenteel in het land was.
Na 10 minuten was er nog geen politie te zien en was de synagoge ondertussen gesloten. “Komt die klote politie nog”, vroeg ik hem? “Jaja”, zei hij nors. Na enkele minuten vervoegde een andere man ons gezellig groepje. “Creditcard?”, probeerde hij opnieuw. “No”, zei ik. “No creditcard. And i don’t have that money with me”. “Paspoort?”, vroeg hij vervolgens. “Here”, zei ik vrij nors. Ze noteerde mijn naam en kaartnummer en gaven mij 20 minuten om op zoek te gaan naar 7000 HUF. Anders “trouble trouble”, riep hij mij na. Natuurlijk ging ik niet meer terug. Heb wel even met de schrik gezeten bij de douane, maar eens ik dat gepasseerd was, kon mij niets meer beletten. Vanuit het raam hoog boven in de lucht zwaaide ik nog één keer heel enthousiast naar Boedapest.
Geef Boedapest nog 5 jaar en dan wilt iedereen naar daar! Maar voorlopig raad ik maar één ding aan: blijf daar weg !
In de week van de 9de krijg ik altijd mijn maandstonden. En wat is er dan beter om te doen dan mijn bloed te vergieten op het Brussels International Fantastic Film Festival ? Juist ja. Niets. En daarom bevond ik mij de afgelopen 9 dagen op het festival der zotten. Want hoewel ik mij vorig jaar nog kostelijk had geamuseerd, heb ik mij dit jaar vreselijk geërgerd. Het fantastische filmfestival is veranderd in een fantastisch circusfestival. Mensen lijken in eerste instantie niet meer voor de film te komen maar om zichzelf compleet belachelijk te maken. Een bende respectloze clowns bij elkaar. Tussen de vele circusoptredens door ben ik er toch in geslaagd om in het totaal zo’n 26 films te zien.
Omdat ik jullie de kans wil geven om er volgend jaar ook bij te zijn, heb ik enkele regels voor jullie opgesteld zodat jullie je als een echte BIFFFER zouden gedragen.
De gedragsregels voor de typische BIFFF bezoeker :
– wees compleet respectloos
– maak nooit een rij want dit is ouderwets. Worden er toch gemaakt, negeer ze dan compleet. Rijen maken is geleden vanop de lagere school. Niet op een filmfestival. Volg je eigen weg en loop zo snel mogelijk naar de ingang. Als je hierbij mensen omver loopt is dit niet erg. Ze moeten maar een andere weg volgen.
– als je groot bent ga je zeker voor iemand zitten ook al is de zaal maar voor 30% gevuld. Voel je vooral niet schuldig als de persoon achter je niet ziet. Er is immers plaats genoeg, toch? Vergeet tijdens de film zeker niet om je recht te zetten. Niemand wilt immers de volgende dag rugpijn hebben.
– laat al je spullen in de zaal achter als de film afgelopen is. Je bent immers lui om je eigen rugzak te dragen. Ook je jas en trui laat je achter. Zij zullen je plaats warm houden ook al kom je niet naar de volgende film kijken. Je wilt toch niet dat iemand met zijn achterwerk op jouw stoel gaat zitten?
– parle toujours français parce que les néerlandophones sont vraiment des idiots !
– als er iemand voor je zit, stamp dan tijdens de film zeker met beide voeten op zijn stoel. Hierdoor krijgt hij een heerlijk gratis massage !
– laat nooit iemand passeren als de film nog bezig is. Mensen moeten maar voor of na de film naar het toilet gaan. Proberen ze toch te passeren, aarzel dan niet om hen te laten struikelen.
– kom nooit maar dan ook nooit op tijd de zaal binnen. Wacht altijd tot de film een tijdje bezig bent zodat je zoveel mogelijk mensen kunt storen. Zoek ook altijd een plaats in het midden van de rij. Hierdoor kan je zoveel mogelijk gratis gymnastiek uitoefenen.
– als een filmmaker uitleg over zijn film komt geven, laat hem dan vooral niet uitspreken. Niets zo vervelend als een zagende filmmaker. Laat hem zingen of een striptease-act doen. Maar zeker niets over zijn film komen vertellen.
Enkele sfeerbeelden:
De beeldwerken zijn van Jean-Marc Laroche. Meer te vinden hier
“Heb je ooit wel van iemand gehouden?”, vroeg ze mij. “Ja natuurlijk”, antwoordde ik haar verontwaardigd. Het was niet de eerste keer dat ik de vraag te horen kreeg, maar dat ze van mijn eigen moeder kwam, maakte het 10 keer pijnlijker.
Met een dubbel gevoel ging ik slapen. “Natuurlijk heb ik al van iemand gehouden, toch?” probeerde ik mezelf in slaap te sussen. Maar de vraag bleef de hele nacht door mijn hoofd spoken. Na dagen denken, ben ik eindelijk tot de conclusie gekomen dat ik nog nooit van iemand heb gehouden. Wat is houden van eigenlijk? Zou ik mijn leven voor iemand geven, zomaar, zonder nadenken? Zou ik een ganse nacht opblijven om iemand te troosten? Om lieve woordjes te fluisteren? De tranen weg te kussen? Jammer genoeg kan ik op al deze vragen enkel negatief antwoorden. Ik hou van niemand. Ik heb zelfs nog nooit van iemand gehouden. Echt houden bedoel ik dan.
Van obsessies en manipuleren weet ik daarentegen alles. Ik ben er getraind in. Van kleins af aan. En ik ga zo subtiel te werk dat niemand doorheeft dat ik evil ben. “Je bent lief. Je bent een goed mens” hoor ik constant. Ik probeer te lachen, maar ik weet dat het niet waar is. Ik ben niet echt lief. Ik ben gespeeld lief. Ik gebruik mijn vrouwelijke charmes om te krijgen wat ik wil. Aandacht.
Het is de eeuwige strijd van aantrekken en afstoten. Ik gebruik alles om mijn doel te bemachtigen. En wanneer ik het dan heb, stoot ik het af. Nog voor mensen mij echt kunnen leren kennen, heb ik hen al lang afgestoten. Ik ben bang dat ze doorkrijgen dat ik niets om hen geef, maar hen alleen maar gebruik om mijn doel te bemachtigen. Ik ben van niets vies. Zelfgemaakte gedichtjes, massages, stripteases,… Het doel heiligt de middelen, toch?
Maar de laatste weken maakt het mij triest. Triest dat ik na 24 jaar nog steeds van niemand heb gehouden en dat wederom niemand van mij echt heeft gehouden. Want niemand heeft nog nooit de echte Alimonia gezien.
En soms vraag ik mij af of ik nota bene wel een hart heb.
Barcelona was geslaagd. (Bikini)foto’s en verhalen volgen uiteraard nog !
Ik weet dat ik tot ver in deze wereld bekend ben, maar dat ze in Barcelona zo’n fan waren van mijn blog dat ze een gebouw (!) naar mij vernoemd hadden, wist ik niet! Zo’n publiciteit had ik natuurlijk niet verwacht. Het kleine “typfoutje” zullen we dan ook maar door de vingers zien.
Op dit moment ben ik een vat vol emoties. Allerlei emoties die dringend hun weg naar buiten moeten vinden voor ik overloop. Ik probeer mijn emoties in toom te houden en via verschillende kanalen rustig naar buiten te laten vloeien. Muziek bijvoorbeeld. Aan de hand van mijn cello-kunsten probeer ik mijn gevoelens om te zetten in muziek. Eerlijk gezegd lukt me dat nog niet aardig. Mijn niveau is nog niet steeds niet hoog genoeg om zelf te kunnen musiceren. Ik ben genoodzaakt om bestaande partituren te spelen. Niets aan originaliteit. En dus blijf ik met een hoop frustratie achter.
Deze frustratie probeer ik aan de hand van mijn liefde voor de fotografie te uiten. Dat lukt me aardig, maar ook dat is nog niet voldoende. Zelfportretten doe ik het liefst. Niet omdat ik ijdel ben, maar wel omdat je als ‘model’ enorm veel emoties in je portretten kan steken. Boosheid, droefheid, verliefdheid, angst,… Noem het maar op. Ik kan alles aan. Het voorbereiden van de shoot en de fotoshoot zelf zijn meestal leuker dan het selecteren en bewerken van de juiste foto’s achteraf. Meestal komt mijn beeld met wat ik in mijn hoofd had niet overeen met wat de camera effectief geregistreerd heeft. En dan zit ik weer met een hoop frustratie.
Die frustraties vinden hun weg uiteindelijk naar mijn blog. Ik schrijf en dat vind ik heerlijk. Een blogpost bevindt zich gemiddeld een week tot zelfs een maand in mijn hoofd voor ik het neerpen. In het begin zijn het enkel woorden. Zinnen worden op de trein of de bus gevormd. Het eindresultaat ontstaat altijd na het nemen van een bad.
“Het water is de lijm tussen de woorden die samen met de zinnen een geheel vormen.”
Eenmaal de woorden neergepend zijn, maken de woorden en zinnen in mijn hoofd plaats voor andere woorden en zinnen. De gevoelens die eraan verbonden zijn, blijven en verdwijnen jammergenoeg niet.
En dus ben ik momenteel op zoek naar een nieuwe uitlaaklep waardoor mijn gevoelens effectief kunnen verdwijnen. Video’s maken lijkt me wel wat. Ik heb altijd al cameravrouw willen worden. Monteren van beelden, maken van reportages,… leek me wat. Om één of andere reden koos ik voor de studierichting economie in plaats van audiovisuele kunsten. Als ik de extra’s op DVD’s bekijk (en zeker die van Tim Burton) komen mijn haren gewoon recht te staan. De reportage over steadycams op Discovery Channel gaf mij de bevestiging dat ik de verkeerde studiekeuze had genomen.
Soit. De laatste dagen ben ik serieus aan het overwegen om een film te maken. Of althans een script te schrijven. Langs de andere kant ken ik mezelf. Ik heb niet het geduld om jaren aan één film te werken. Ik ben te ongeduldig en heb te weinig vertrouwen in het samenwerken met andere mensen. Ik zou alles zelf willen doen en dat is haast onmogelijk bij het maken van een film. Dus lijkt mij het maken van videoclips mij een beter idee.
Dus. Mocht u binnenkort een single uitbrengen en nog een regisseur zoeken. Ik ben beschikbaar. Ik wil zelfs wel als model figureren, er foto’s van nemen en die achteraf op mijn blog te plaatsen.
– 3 dagen Berlijn
– 28 km gewandeld
– 2 kg afgevallen
– 10 uren voorbereiding
– 11 boeken geraadpleegd uit 3 verschillende bibliotheken
– 8 uur geslapen
– 1052 foto’s gemaakt
– 1 vakantiekaartje verstuurd
– 6 wandelroutes in 5 districten gevolgd
– 2 pijnlijke voeten
– 1 gebarsten lip
De verhalen over onze illegale aanwezigheid in de Humboldtuniversiteit, mijn offering aan satanaanhangers, het aangeboden krijgen van marihuhana in een krakerspand en het wakker maken van mijn reisgezel omdat het vliegtuig ging neerstorten, volgen nog.