Zwemmen

Aangezien ik echt 0.0 aan sport doe – buiten de dagelijkse set van 10′ buikspieroefeningen – en ik mij de laatste maanden fel voel achteruitgaan, besloot ik op een avond te gaan zwemmen. Vorig jaar, in Mallorca, ontdekte ik immers mijn zwemkriebel.

En zogezegd, zo gedaan. Ik zocht mijn zwemgerief, maakte mij bikini-klaar en vertrok naar het plaatselijke zwembad. Bij aankomst dampte mijn bril direct aan waardoor ik de in koeien groot geschreven tekst over trage en snelle zwemmers niet gezien had. Ik was al blij dat ik mijn kleedhokje vond ! Bij afgifte van mijn kleren, vroeg ik nogmaals de richting van het zwembad. “Dat kan je niet missen” riepen ze mij toe, terwijl ze de juiste richting aanwezen.

Ik klom het zwembad in en begon te zwemmen. Tussen de anderen die in thermische pakken, zwembril en bijhorende zwemmuts zwommen. Ze gingen sneller, ja. Maar bon ik had al meer dan 15 jaar geen zwembad meer gezien.

Op een gegeven moment grommelde een vrouw iets van trage zwemmer. Ik dacht dat ze mij niet moest en zwom op mijn gemak verder. Een minuut later werd ik aangesproken door een vriendelijke man. Op een rustige normale manier legde hij mij het principe van trage en snelle zwemmers uit. Diezelfde vriendelijke man complimenteerde mij de volgende keer op mijn bikini. Dus ik weet niet of hij echt vriendelijk was of gewoon contact met mij zocht.

Soit. Ondertussen had ik de weg naar de baan van trage zwemmers gevonden. Dat ik geen conditie had, werd duidelijk als ik naar de (mega grote) klok keek. Een kwartier was er nog maar verstreken ! Aangezien ik niet betaald had voor een kwartier zwemmen, besloot ik verder te zwemmen. Vlinderslag, gecombineerd met af en toe crowslag. Het lukte mij allemaal maar had het toch vrij moeilijk. Niet alleen kreeg ik ontzettend last van mijn medeburen – moeten jullie nu expres zo spetteren? – maar ook van de chloor. Ik werd er gewoon misselijk van. Als dat nog niet genoeg was, kreeg ik fel te verduren met krampen. En toch zette ik door. Ik wou niet onderdoen voor de rest. Als bijna iedereen vertrokken was (sluitingsuur), besloot ik dan ook maar te stoppen. Met moeite (ik overdrijf niet) kroop ik het zwembad uit. Keek of mijn bikini nog goed zat en wandelde richting de douches.

Ik drukte een willekeurige knop in en nog voor een klein lief meisje er mij attent op kon maken – neeeee mevrouw dat is kou…-, spoot het koude water op mijn lichaam.

Gvdm. Ik haaste mij snel naar de kleedkamers, merkte dat ik geen droog ondergoed bijhad en fietde ondergoedloos met nat haar naar huis.

Sport? Ok. Maar in dat zwembad zien ze mij niet meer terug !

Lopen

Twee jaar geleden kwam er een nieuwe hobby in mijn leven: lopen. Hoewel er 100 andere – en interessantere – sporten bestaan, koos ik toch voor lopen. Er is geen enkele andere hobby die zo saai is als lopen. Je verbindt punt A met punt B en hoopt de afstand in een zo snel mogelijke periode af te leggen. Hoe je dit doet, is niet belangrijk. Aankomen is het belangrijkste. Er is uiteindelijk geen doel. Het is ook een eenzame sport want er zijn geen medekandidaten (buiten enkele dikkerdjes die eerder snelwandelen dan lopen, maar die kunnen we niet echt concurrenten noemen, toch?) Zelfs voetbal is boeiender. Daar is tenminste een doel: een punt maken in de goal van je tegenstander. Maar soit. Toch bleef ik lopen. Tot het moment dat ik van de trap viel. “Hey, waarom zwaait die jongen op mij?” dacht ik en ik lag 1 seconde later op de grond. Voet verstuikt. Maanden heb ik er last van gehad. Lopen was uit den boze. Tot ik weer eens viel (van de trap en deze keer was er niemand om de schuld op te steken). De pijn was 10 keer erger, maar op één of andere miraculeuze manier was het leggen van een watercompres de oplossing. De pijn was na 1 dag weg en ik kon mijn hobby weer uitoefenen. Sinds enkele weken loop ik weer. Lopen mag dan wel tot de saaiste sporten bevinden, ik voel me er best prettig bij. Lopen is trouwens ook het enige dat mijn hoofd kan laten stoppen met denken (samen met vliegeren – maar er is niet altijd wind). Tegenwoordig is dat nodig want mijn hoofd staat op exploderen. Als ik loop, denk ik aan niets buiten het feit dat ik van punt A naar punt B moet in een zo snel mogelijk tempo. Maar ik loop niet alleen fysiek, ook mentaal loop ik. Weg bedoel ik dan. Weglopen. Van dingen waar je schrik van hebt. Verliefdheid bijvoorbeeld. Liever weglopen van een muur dan er over te moeten klimmen. Want de sport muurklimmen beoefen ik niet. Lopen zei ik toch. Dat kan ik. Ik win zelfs altijd.

“Run away
I will remember you
Run away
I will remember ‘til I die

” Stratovarius – Run away